Religieuze kleding doet iets met mij: ik word er boos van. Net zoals niet-religieuze kleding iets doet met IS-strijders, die worden daar heel erg woest van. Dus wat speelt hier?
Op mijn eerste en enige reis in Aziƫ zag ik massaal vrouwen, maar ook jonge meisjes, met hoofddoeken op. Bij hitte je hoofd bedekken geeft koelte en je lichaam beschermen tegen de zon is verstandig, maar deze hoofddoekendracht is een religieuze gedragsregel voor vrouwen binnen de Islam, bij hele jonge meisjes soms al. Ik zag het als kindermishandeling en vrouwenonderdrukking!
Op mijn eerste en enige reis in Aziƫ zag ik massaal vrouwen, maar ook jonge meisjes, met hoofddoeken op. Bij hitte je hoofd bedekken geeft koelte en je lichaam beschermen tegen de zon is verstandig, maar deze hoofddoekendracht is een religieuze gedragsregel voor vrouwen binnen de Islam, bij hele jonge meisjes soms al. Ik zag het als kindermishandeling en vrouwenonderdrukking!
Zelf leken die meisjes dat helemaal niet zo te ervaren, juist de meisjes met hoofddoeken hadden een meer devote uitstraling op
hun gezicht, dan de meisjes zonder. Zo’n verstilde
glimlach. Dat irriteerde mij des te meer, want het kwam als morele superioriteit op mij over. Ik wilde die doeken soms wel afrukken…
Het is maar goed dat ik niet in Staphorst woon, ik zou permanent boos zijn. Bij mij om de hoek is een streng gereformeerde kerk waar de mensen en de kinderen op zondag keurig gekleed, met hoedjes op zelfs, naartoe gaan. Ik fiets dan graag, juist als de kerk uitgaat, demonstratief in mountainbike-outfit langs. ik ervaar het als beknellend: die kinderen met die hoedjes en die pakjes en die jurkjes...
Het is maar goed dat ik niet in Staphorst woon, ik zou permanent boos zijn. Bij mij om de hoek is een streng gereformeerde kerk waar de mensen en de kinderen op zondag keurig gekleed, met hoedjes op zelfs, naartoe gaan. Ik fiets dan graag, juist als de kerk uitgaat, demonstratief in mountainbike-outfit langs. ik ervaar het als beknellend: die kinderen met die hoedjes en die pakjes en die jurkjes...
Ooit werd ik op een vakantie geconfronteerd met heel
veel religieuze kleding om me heen en ik werd er echt niet goed van. Toevallig was er een internationale
bijeenkomst van orthodoxe Joodse mensen in een Zwitsers bergdorp, waar ik in
korte broek met grote bergschoenen rondliep om te wandelen. Om ongeveer elke hoek
van een bergpad dook een man in jurk op, met vreemde pijpenkrullen, en achter hem een vrouw, die zich verschuilde in grauwe lange rokken en
omslagdoeken, die zich zo onzichtbaar mogelijk leek te
maken.
Ook nu ervoer ik een uitstraling van morele superioriteit jegens mij op basis van hun geloof en strenge leefregels. Ik voelde me in hun ogen een verdorven goddeloze vrouw in haar korte broek en mouwloos hemdje.
Ook nu ervoer ik een uitstraling van morele superioriteit jegens mij op basis van hun geloof en strenge leefregels. Ik voelde me in hun ogen een verdorven goddeloze vrouw in haar korte broek en mouwloos hemdje.
Mijn boosheid verontruste mij. Het
was een best wel fanatieke woede die in mij begon te gloeien. Voelde ik mij
veroordeeld door hun? Wat zou mij dat kunnen schelen! Was ik begaan met hun
onvrije lot? Daar kozen zij toch voor! Bovendien: een korte broek is toch een ook
soort van cultureel uniform, wat getuigt van een bepaald ‘geloof’? Dus waarom
zo boos?
Ze leken een hekje om zich te hebben gezet met hun kleding, een
grens, een norm, die mij leek te vertellen: ‘Dit is het ware wijze van leven. Jij hoort daar niet bij.’ Als ik erbij zou willen horen, zou ik aan
lastige leefregels moeten voldoen. Dat wilde ik niet, dus ik was
boos en deed waar ik zin in had: wandelen. Religieuze kleding zet een hek tussen mij en anderen, als mens.
Het aantal behoofddoekte vrouwen in mijn omgeving neemt echter toe en met een raakte ik bevriend. Zij beweert dat ze uit vrije wil die hoofddoek draagt. Ik kan het niet anders zien dan als een symbool van vrouwenonderdrukking, eigenlijk geloof ik haar dus niet. Ik besloot dat ik het niet snapte en accepteerde dat ik het niet snapte. Ik besloot niet
meer naar de hoofddoek te kijken, maar naar de mens eronder. Mijn woede verdween, ook mijn
medelijden trouwens. Het was een opluchting.
In mijn buurtsuper liep van de week een man met een baard in
een jurk door de gangen. Deze
outfit had ik nog niet in de buurtsuper gezien. Na de aanslag op Charlie Hebdo
vind ik die jurken met baarden eigenlijk nogal eng. Ik merkte
dat ik moeite had om de mens onder de jurk te zien. Het lukte me niet, ik werd
boos. En dat vond ik heel erg jammer.
26-4-2015.
26-4-2015.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten